Het is heel gewoon een trein voorbij
te zien komen met de locomotief in plaats van vooraan, achteraan de
trein. Voor loopt een stuurstandrijtuig, waar de machinist zijn werk
doet. Met electrisch locomotieven is het een fluitje van een cent. Maar
waarom doet men dat eigenlijk? Simpel: je hoeft de locomotief niet los
te koppelen, over een wissel, langs de trein en nogmaals over een
wissel te laten lopen, om hem weer voor de trein te zetten. Dat kost
veel tijd. Het blijkt dat het, zij het niet in Nederland, ook al in het
stoomtijdperk gebeurde. De Franse hoofdstad heeft vrijwel allemaal
kopstations, een overblijfsel uit de tijd dat elke maatschappij zijn
eigen station had, de PLM had het Gare de Lyon. Van alle binnenkomende
treinen moest de locomotief dus omlopen om weer te kunnen vertrekkken,
dat was vooral hinderlijk tijdrovend bij het frequente voorstadsverkeer.
Op de eerste foto een PLM-stuurstandrijttuig uit het stoomtijdperk, de
machinist zat, als de locomotief achteraan liep, in de cabine van het
stuurstandrijtuig, de stoker bleef op de tenderlocomotief, reed de trein
de andere kant uit, dan hadden zowel machinist als stoker een plaats op
de tenderlocomtief.