22.1.13

1925

Eigenlijk had de Alfa Romeo P2 ook  in 1925 moeten winnen, maar Antonio Ascari (racenummer 8) aan  de leiding, verongelukte dodelijk in de 22e ronde, waarop de andere Alfa's (Giuseppe Campari, racenummer 3 en Gastone Brilli-Peri, racenummer 12) werden terugetrokken. Het succesverhaal van de door Vittorio Jano ontworpen  P2 was echter niet afgelopen, tot in 1930 behaalden de P2's overwinningen, de laatste op 28 september 1930 tijdens de Grote Prijs van Tsjechoslowakije in Brno. 
De Grote Prijs van Frankrijk vond op 26 juli 1925 plaats op het Autodrome de Linas-Montlhéry over tachtig rondjes van twaalfeneenhalve kilometer, zodat de totale af te leggen afstand 1000km bedroeg. Voor de eerste keer werd er zonder meerijdende mécanicien gereden, maar wel waren in iedere wagen twee zitplaatsen. Winnaars werden Robert Benoist en Albert Divo in een Delage 2LCV, ook de tweede plaats was voor een Delage 2LCV, gereden door Louis Wagner (foto) en Paul Torchy.
De derde plaats was voor Giulio Masetti in een Sunbeam met racenummer 7. Graaf Masetti verongelukte in 1926 tijdens de Targa Florio in een Delage 2LCV,  met racenummer 13, sindsdien wordt in de racerij dat nummer niet meer gebruikt.
De plaatsen 4 tot en met 8 waren voor Bugatti met de T35. Meo Costatini (racenummer 13), Jules Goux (racenummer 9), Ferdinand de Vizcaya (racenummer 15), Pierre de Vizcaya (racenummer  5) en Giulio Foresti (racenummer 17) waren de coureurs op dit icoon van de tweede helft van de jaren twintig.