10.1.18

Depressief

Bijna twee maanden geleden - op  15 november 1917 - zette ik  dit op mijn blog onder het kopje Simon:

Dit is de  foto zoals hij, wanneer men op zoek gaat naar Simon Turksma, op Joods Monument te vinden is. De volledige foto toont Simon met mijn zusje en mij aan de  hand vermoedelijk eind 1942 in de Noorderbuurt in Drachten.
Simon stuurde mijn ouders een laatste teken van leven op 5 mei 1943 uit Westerbork, op 14 mei werd hij in Sobibor vermoord.


 
Op of omstreeks 20 oktober van dit jaar werd voor Simon een struikelsteen in de Kerkstraat in Drachten geplaatst. Waarom weet ik de juiste datum niet waarop dat is gebeurd?  Omdat ik niet op de hoogte ben gebracht, want zo gaat dat tegenwoordig. Mijn vraag is: hoe je de doden kan herdenken als je de levenden vergeet?

Ik stuur dit stuk naar de gemeente Smallingerland en krijg dit  antwoord: 


Geachte meneer Bloemendaal,
Dank voor uw mail. Ik heb uw bericht doorgestuurd naar de heer Hazelhoff van Smelne's Erfskip met de vraag contact met u op te nemen. Smelne's Erfskip heeft de organisatie van het leggen van de Stroffelstienen op zich genomen.
Ik wens u een fijne dag en vriendelijke groet,
Willeke Zeilstra 
Medewerker communicatie
Gemeente Smallingerland.

De heer Hazelhoff vindt het duidelijk  beneden zijn stand mij van een antwoord te voorzien, want ik krijg van hem geen antwoord op  mijn vraag.
Ik stuur mijn tekst ook  naar Joods Monument, een website waarop alle  vermoorde Joden worden herdacht en ik heb een vraag: hoe komt Joods Monument aan de foto van Simon (waar mijn zusje en ik afgesneden zijn) en aan de aan mijn ouders gerichte briefkaart. Ik krijg dit antwoord:

Geachte heer Bloemendaal,
Het gaat hier om Simon Turksma, geboren 12 februari 1927.
De foto, waarvan de portretfoto een uitsnede is, bevindt zich in de collectie van het Joods Historisch Museum en is een schenking uit 2011.
Ook de briefkaart is onderdeel van deze schenking.
Mocht u in contact willen komen met de schenker, moeten wij daar eerst toestemming voor vragen.
Indien u dit wilt, laat u ons dat dan weten. U kunt uw eventuele antwoord sturen naar: jeff.overste@jck.nl
Ook voor overige vragen kunt u op dit email adres terecht.
Met vriendelijke groet,
Jeff Overste (redactie Joods Monument)

Klaarblijkelijk heeft de schenker iets te verbergen want ik weet nog steeds niet hoe een aan mijn ouders gerichte briefkaart bij Joods Monument is beland. Ik heb op 16 november de kaart ontcijferd. Er staat dit:

"Lieve mensen. Er  zijn alweer 2 weken om en het is weer schrijfdag. De  dagen  vliegen om en de eene dag lijkt nog meer op de andere. Schitterend weer, maar wel veel wind en vooral stof. Kunnen jullie mischien een stofbril krijgen die over mijn bril past. M'n eigen past er niet over en als jullie willen stuur ik die dan naar Drachten. Op 't ogenblik ontgin ik heide. Sturen jullie a.u.b. een kort kampbroekje. Jam hebben wij niet  meer, daar we in 2 weken niets (onleesbaar) jam gekregen hebben. Kan U ook een pakje vloeitjes sturen mijnheer. Oom Sally is ook weg. M'n vader heeft 2 week geleden 8 sigaren ontvangen. Ik heb U shag ontvangen en als u  nog eens wat heeft dan wou ik dat graag  ontvangen. Gaat U maar eens naar mijnheer V. onze buurman om wat p. tabak. U zuster en man zijn vertrokken. Wij troffen Betty vaak. Het werk is tamelijk zwaar. Groet U Willy en Johan en Jan Heida uit Beetsterzwaag. Met m'n ouders en tante is het goed. U moet de hartelijke groeten van hen hebben. Wij hopen hier nog te blijven, maar het  wordt een toer. Nu lieve mensen een zoen en een stevige handdruk van jullie S. Turksma, jullie vriend Simon. Barak 68. Lager Westerbork."
In een ander lastiger te lezen handschrift staat er: "Dag mijn lieven en zoen van (onleesbaar) hebben een paar sigaren, een beetje pittigs lieven, wij vragen toch niet te veel. De sokjes (rest onleesbaar).

De kaart is geadresseerd aan Fam. Bloemendaal, Moleneind Nz. Drachten. Er staat  geen nummer het moet 38 of 64 geweest zijn, tijdens de oorlog is het  huisnummer gewijzigd. De door Simon genoemde Betty is mijn tante Betty, zij en haar man Jacques werden op 23 april 1943 in Sobibor vermoord.

Ik voel mij belazerd door Smelne's Erfskip dat het niet de moeite waard vindt een vraag van mij te beantwoorden. Joods Monument is klaarblijkelijk niet in staat  om mij te vertellen wie hen in 2011 een aan mijn ouders gerichte  briefkaart heeft geschonken. Dat laatste is wel heel vreemd, want hoe komt die kaart bij de schenker en waarom mag ik niet weten wie de schenker is?
Ik ben behoorlijk depressief door de  hele zaak.