Sorbert
Schwindelmann was boos en dat is slechts eufemistisch uitgedrukt: nam
hij als eenvoudig herbergier de moeite om zijn overbuurman te
waarschuwen dat hij openlijk sex bedreef, weliswaar in eigen huis en met
zijn eigen vrouw, maar toch goed zichtbaar voor anderen, dus ook voor
de gasten "Im Bunten Ferkelchen", smeet Herr Doktor de hoorn op de
haak. "ABER MOMENT MAL. Als de Herr Doktor inderdaad naar een congres in
Wenen was geweest, met wie had dat kreng van een Feitelbäumchen dan de echtelijke sponde op een regenachtige dinsdagmiddag gedeeld?
Misschien moest hij dergelijke vuiligheid, want dat was het
uiteindelijk toch, aan de orde stellen in de gemeenteraad? Dat was
weer eens iets anders dan het gebruikelijke gezeik over de
precariorechten van zijn terras, die hij ieder jaar trouw betaalde,
maar die ieder jaar ook met tien procent werden verhoogd met instemming
van Feitelbäumchen en die verschrikkelijke Von Flanck, die verhinderd
had dat hij fractievoorzitter van de F.P.Ö. was geworden en waardoor
hij nu als onafhankelijk raadslid moest functioneren. Schwindelmann trok de galgen van zijn leren kuitbroek recht, zette zijn hoed met gemsenveer op, voordat hij de eerste schreden in de richting vann het raadhuis zette om burgemeester Schnüpgerfeld van de schandelijke praktijken in het huis van zijn overburen, het echtpaar Scwunz-Feitelbäumchen, op de hoogte te stellen, toen hij werd tegengehouden door zijn stiefzoon Rinderich, die sinds enige jaren verantwoordelijk was voor handel en wandel in het hotel: of Scwindelmann niet vergeten was de feestzaal van het hotel te inspecteren, waar die avond een bonte avond, met der Franz Zimmermannz, der drollige Holländer met zijn assistent Arie Broekhoest, werd georganiseerd.