De Soto, een in
1928 door Chrysler gecreëerd submerk, om met Oldsmobile en Pontiac te
concurreren, leverde in de jaren 1946 tot en met 1948 11600 taxi's en
eindigde daarmee op de vijfde plaats van de Amerikaanse
taxileveranciers. Veel verschil was er niet tussen de '46- en
'48-modellen, het wachten was op een totaal nieuwe De Soto en die kwam
pas met het model 1949. In 1959 werd De Soto samengevoegd met Plymouth
en in november 1960 verdween de merknaam voorgoed. De naam De Soto (ook DeSoto) was ontleend aan de Spaanse ontdekkingsreiziger, slavenhandelaar en gouverneur van Cuba en Florida Hernando de Soto (1497-1542).
Van 1946 tot en
met 1948 was deze Plymouth Special DeLuxe Wagon in productie. Er was
tijdens de Tweede Wereldoorlog wel nagedacht over wat er na de oorlog
moest worden geproduceerd, maar de Plymouth Division van de Chrysler
Corporation in Detroit was vanaf 1942 tot en met halverwege 1945 bezig
met andere zaken. Na de overgave van Japan wist Plymouth in 1945 770
auto's te bouwen, die nagenoeg gelijk waren aan de modellen van 1942.
Plymouth was net als De Soto een submerk van Chrysler, eveneens
geïntroduceerd in 1928 en bedoeld als concurrent van Ford. Plymouth
verdween als merknaam in 1999.
Walter P. Chrysler, die bij Buick en Willys had gewerkt, kocht in 1923 Chalmers-Maxwell en een jaar later stond een auto, een zescylinder met hydraulische remmen op alle wielen, met zijn naam op de grille op de weg. Op de foto een 48-er Chrysler "Windsor".
De totale geschiedenis van Chrysler is nog wat ingewikkelder:
Walter
P. Chrysler kocht in 1923 dus Maxwell-Chalmers, nadat kort daarvoor
Chalmers-Detroit Maxwell overgenomen had, vervolgens werd Dodge
gekocht en twee nieuwe merken, Plymouth en DeSoto werden aan de stallen
toegevoegd. Simca, oorspronkelijk gesticht om Fiat auto’s in Frankrijk
in licentie te bouwen, kocht Ford France en werd overgenomen door
Chrysler. Willys, in de Verenigde Staten kocht Kaiser en werd Jeep, dat
op zijn beurt onderdeel werd van American Motors, ontstaan door de
samenvoeging van Nash en Hudson. American Motors werd daarna gekocht door
Chrysler. In Engeland kocht Chrysler de Rootesgroep, die bestond uit
Hillman, Humber, Singer, Sunbeam en Talbot. Zowel de Franse als de
Britse tak worden verkocht aan Peugeot. De merken DeSoto (1960), Hudson
(1957), Nash (1957) en Plymouth (2001) zijn inmiddels in de tussen
haakjes geplaatste jaren verdwenen. Singer hield als merk op te bestaan
in 1971, Humber in 1976, Sunbeam in 1976, Hillman in 1978, Simca in 1978
en Talbot in 1992, al is over het laatste jaartal discussie mogelijk.
Resteren dus Chrysler, Dodge en Jeep, die na enige tijd onder de paraplu van Daimler-Benz te hebben gebivakeerd, nu deel uitmaken van het FIAT-concern.