Anders dan in Europa, waar, na het verbod op races van stad naar stad,
op een afgesloten circuit van openbare wegen rondjes moesten worden
gedraaid, werden in de Verenigde Staten naar analogie van wielrennerij
speciale banen geconstrueerd waarop geracet werd. In 1923 werden vijf
Type 30's voor de Indianapolis 500 ingeschreven door de Argentijn De
Algaza. De Prins de Cystria eindigde op de negende plaats, de coureurs
De Vizcaya, Zborowski, Riganta en De Algaza zelf vielen uit met pech. De
Type 30 was Bugatti's eerste acht cylinder die echt in productie werd
genomen, want we kunnen de koppeling van twee viercylinderblokken uit
1912/'13 en het Type 28 slecht meetellen. De motor had een
cylinderinhoud van tweeliter en kreeg voor Indianapolis vier
carburateurs. De wagens waren echte 'singleseaters' want er was anders
dan aan deze kant van de Atlantische Oceaan geen sprake van een
meerijdende monteur.
De eerste Type 30's , met een totaal andere carrosserie dan die van de
wagens die naar Indianapolis gingen, reden met De Vizcaya, Friderich,
Mones-Maury en Marco als coureurs in de Strasbourg Grand Prix op 16 juli
1922. De race werd gewonnen door Nazarro in een Fiat 804, De Vizcaya en
Marco eindigden op plaats 2 en 3. Mones-Maury op de laatste en vijfde
plaats, de rest van het 18 wagens tellende veld viel - meestal met
motorpech - uit. Ook de van een bijna identieke carrosserie voorziene
Ballots. Beelden van de race zijn hier
te vinden, begeleid door muziek uitgezocht door een augurk, die niet
weet dat "Ain't She Sweet" pas in 1927 werd gecomponeerd. Het muziekje
waarmee het filmpje eindigt ("Sweet Georgia Brown") dateert uit 1925.
Natuurlijk was er ook een civielere versie van het Type 30, een auto
waarvan verwacht werd dat er niet het circuit mee werd opgegaan. Anders
dan het vijftal dat in 1923 naar Indianapolis ging had de wagen twee of -
slechts - één carburateur, in het laatste geval was het meestal een
Zenith. Type 30 was van 1922 tot 1925 in productie.