Je zou denken dat na wekenlange demonstraties volgend op de dood van George Floyd een Amerikaanse, witte politieagent aarzelt voordat hij zijn revolver op een zwarte medeburger richt, maar nee, het is weer raak, dit keer in Kenosha. Toen ik de beelden zag vroeg ik me af wat is de rechtvaardiging om iemand op zo'n korte afstand neer te schieten en dan met zeven kogels?
Ik was ooit in Kenosha, Dat had een tweetal redenen: er reden PCC-cars en ooit stonden er de Nash automobielfabrieken. Ik vertrok per trein vanaf een stationnetje iets ten Noorden van Chicago, passeerde Winnetka, dat me ogenblikkelijk tot het neuriƫn van "Big Noise from Winnetka" bracht. Mijn reis eindigde op de grens van Illinois en Wisconsin en Kenosha lag nog een flink eind verderop, dus ik ging op zoek naar een bus. Ik wist dat ik in een merkwaardig gebied was, waar ooit het dragen van bruine schoenen en het fluiten op zondag verboden waren, geheel in stijl werd ik, toen ik tenslotte een taxi gevonden had - ik moest en zou naar Kenosha - door de dame aan het stuur onderworpen aan een lange voordracht over Jezus Christus, die de enige redding, tijdens mijn aards bestaan en zelfs daarna, zou zijn. Geen straatevangelisatie, maar taxi-evangelisatie en dat is totaal andere koek dan een weekje New York voor de doorsnee vaderlandse toerist, die vervolgens denkt Amerika te kennen. Mijn - overigens mislukte - bekeringsrit eindigde bij het station van Kenosha met uitzicht op een grote, groene vlakte en ik stapte in een PCC-car, in Kenosha voornamelijk een toeristische attractie, want oorspronkelijk hebben de daar rijdende trams in Cleveland en daarna in Toronto dienst gedaan. Maar goed, ik zat voor de allereerste keer in de oervorm van wat ik mijn favoriet openbaar vervoerstype noem en ik was in de stad waar ooit mijn - lang verkochte - Nash (UD-71-37) was gebouwd. Ik denk zelden nog aan mijn bezoek aan Kenosha, maar gister, door de afschuwelijke beelden, waar weer eens duidelijk werd dat zwart leven er klaarblijkelijk niet toe doet, dook de stad weer op.