De tekening onder het kopje vermenigvuldigen is zeker 65 jaar oud, hij toont Olivier Raamschraper, die ik leerde kennen na een goedkeurend kuchje zijnerzijds, toen ik bij Jascha Trabsky in de Haagse Nieuwstraat "The Chant" van Jelly Roll Morton en zijn Red Hot Peppers op een 78-toerengrammofoonplaat aanschafte, gevolgd door "Goed zo jongeman, koop het origineel, want van die revivalmuzikanten moeten wij het niet hebben". Raamschraper woonde in een inmiddels verdwenen straat bij het eveneens verdwenen Staatsspoorstation en had op zijn etagewoning drie grammofoons, een koffer, die moest worden opgedraaid en twee electrische, een Philips en een Triotrack. Dat was uitzonderlijk, maar hij legde meteen, de eerste keer toen ik hem bezocht, uit waarom hij twee, pick-ups, zoals hij ze noemde, bezat. "Platenmaatschappijen zijn zo vriendelijk om bijvoorbeeld een Beethovensymfonie op vier 30 centimeter 78-toeren platen uit te brengen, af te spelen in de volgorde eerst zijde één van plaat één, dan zijde één van plaat twee, dan zijde twee van van plaat één, gevolgd door zijde twee van plaat twee, maar wat voor zin heeft dat wanneer de luisteraar de eerste plaat van de draaitafel moet halen en de tweede plaat er daarna op moet leggen? Door die pauze blijft niets, maar dan ook niets van Beethoven over." Ik kon niet anders dan hem gelijk geven. Dat ik destijds onder de tekening een opmerking schreef over de tafel van dertien, had niets met zijn grammofoons te maken, maar alles met Raamschrapers vaardigheid te vermenigvuldigen, om het even of het om de tafel van 13 of de tafel van 43 of 87 ging en dan ook nog voor- en achteruit. Ik vroeg hem hoe hij zich die vaardigheid had aangeleerd, maar daar deed hij geheimzinnig over, het liefst sprak hij over muziek. Ik heb hem toen ik naar Breukelen was verhuisd nog een paar keer telefonisch gesproken, maar daarna is het contact verwaterd, over de telefoon over muziek spreken heeft weinig zin, muziek moet je horen.