Muziek
is universeel, al is sommige muziek universeler dan de andere,
'klassieke' muziek bijvoorbeeld omdat partituren al enige eeuwen in druk
verschijnen, andere muziek moet het hebben van kolonialisering -
Schotse doedelzakken in Pakistan - geluidsdragers en radio. Toch is er
ook nog iets anders dat bijdraagt aan de verspreiding van muziek: de
acceptatie van de ene cultuur door een volstrekt andere cultuur. Een
autochtoon orkestje dat Chinese klanken laat horen op Chinese
instrumenten in Onstwedde ligt niet in de lijn van mijn verwachting,
terwijl Ierse muziek heel goed mogelijk kan zijn. De adaptatie van iets
totaal anders hangt van veel factoren af, soms is dat nieuwsgierigheid,
soms imitatiezucht. Zouk, ontstaan op de Caraïbische eilanden
Martinique en Guadeloupe, is een uit de mazurka ontstane dans - het
woord zouk is zelfs een verbastering van het woord mazurka - die de
slaven op de suikerplantages zagen dansen door de eigenaren van die
plantages. Ook een langdurige bezetting door een vreemde krijgsmacht
draagt bij aan het accepteren van een in wezen totaal andere cultuur,
de naoorlogse bezetting van Japan heeft ongetwijfeld bijgedragen aan
marcherende schoolorkesten,
geheel in Amerikaanse stijl, soms zelfs perfecter dan het overzeese
voorbeeld. Wees niet verbaasd om een Japans orkest, feilloos het
arrangement van "Sing, Sing, Sing"
van de Benny Goodmanband uit de tweede helft van de jaren dertig, te
horen uitvoeren. Ook minder massaal dan een bigband, vinden we navolgers
van een typisch Amerikaanse muzieksoort, zoals bluegrass. Een tikkeltje universeler wordt het wanneer ook regionale Mexicaanse klanken op het repertoire worden genomen, maar het meest verbazingwekkend vind ik dat een specifiek Japans instrument als de koto wordt gebruikt in een bekend stuk popmuziek van "Dire Straits".