10.8.22

STYROFOMA 3

Ik had de discussie in de inmiddels gearriveerde tram graag voortgezet, maar pontificaal links voorin op een eenpersoonbankje zat klasgenoot Froko Wanderwant. Hij grijnsde en ik wist precies waarom, maandagmorgen kon het bericht dat Styra en Broof “iets moois” hadden, door hem de wereld in worden geschopt. Hij begroette ons uitbundig: “Ha Broof! Ha Styra! Samen op stap?” “We gaan samen naar de bioscoop”, en of dat nog niet genoeg was, “naar 'Love is a many-splendored thing'”, antwoordde Styra. In één seconde, had de domme trut mijn reputatie als serieus filmliefhebber verknald. “Ik denk het niet”, ze ik. “Ik heb de krant er nog eens op nageslagen en de recensie liegt er niet om: het is een rotfilm. Terwijl ik dat zei, liep ik door naar achteren, want ik had absoluut geen zin Froko getuige te laten van de discussie, die ongetwijfeld zou volgen. Met een jankerig stemmetje zei Styra: “Je hebt het beloofd, we zouden naar “Love is a ....” “Ja, godverdomme, maar het gaat Froko toch geen zak aan waar wij naar toegaan, waarom kunnen wijven nou nooit eens hun stomme bek houden, waarom moeten ze meteen alles aan de grote klok hangen?’” Bij de volgende halte glipte ik razendsnel tussen twee medepassagiers naar buiten en liet Styra in de tram achter. Ik was het spuugzat.

Ik liep langs het water verder naar het centrum, de tram achterna. Ik had een probleem: hoe kreeg ik mijn fiets, die in de gang bij de Van Brockhorsts stond, terug. Zonder fiets was ik nergens en kon ik morgenvroeg ook niet naar school. Ik draaide om en besloot eerst maar eens mijn fiets te gaan halen, onderweg zou ik wel een smoes bedenken. Ik kon zeggen dat ik me niet lekker voelde en dat Styra alleen naar “Love is a many-splendored thing” was gegaan.
Ik hoorde mijn naam roepen: “Broof, Broof, wacht op me”. Styra was een halte verder uitgestapt en kwam nu achter me aangerend. “Waarom ben je verdomme zonder iets te zeggen uit de tram gestapt, dat is toch belachelijk!”, zei ze hijgend. “Het is even belachelijk Froko aan zijn neus te hangen dat we samen onderweg zijn naar een rotfilm. Wat gaat dat hem aan?” “Rotfilm, rotfilm? Dat had je vrijdagavond ook meteen kunnen zeggen, dat je er geen zin in had, dan hadden we wat anders kunnen gaan doen. Naar Meijendel bijvoorbeeld.” “Ja, jij op je brommertje en ik me het leplazerus trappend om je bij te houden zeker?” “Het is maar een voorstel, we kunnen....” “Ja, we kunnen veel, we kunnen naar Voorburg, naar Kijkduin, naar Wateringen.... , maar dat moet ik wel allemaal op de fiets en dat vind ik geen probleem, maar ik verdom het achter jouw brommertje aan te spurten.”
“Weet je wat het met jou is? Je maakt overal een probleem van: wat dondert het jou dat Froko Wanderwant ons samen gezien heeft? Jouw hele leven bestaat uit het uitvinden van wat anderen van je vinden, dat is krankzinnig. Jij moet leren doen, waar jij zin in hebt. Om te beginnen moet je ophouden met die rare hobby van je allerlei feiten en feitjes te verzamelen, zodat je zogenaamd alles beter weet. Als Bark Zoemers een tram voorbij ziet komen en hij zegt dat het ding Boedapester heet, dan moet jij niet ogenblikkelijk uitroepen, dat een Boedapester er totaal anders uitziet.” “Uitgepsycholiseerd?”. vroeg ik. “Ja, voor dit moment wel en nu gaan we terug naar mijn huis, vertellen mijn vader dat de bioscoop uitverkocht is en pak jij je fiets, tenzij je nog een heel goed plan hebt voor de rest van de middag.”
Ik voelde me of ik een ernstig pak op mijn donder gehad had. Naar huis vond ik best een goede oplossing. “Ik heb toch wel een vraag, waarom heb je me vrijdagnacht gevraagd om naar de film te gaan, uitgerekend naar “Love is a many-splendored thing”? “In een opwelling, laten we het er maar ophouden dat ik toen je gebruiksaanwijzing niet goed gelezen had.” "Gebruiksaanwijzing, hoe bedoel je?"