Op
mijn vijfde werd ik bewaard, waarvoor of waartegen, daar ben ik nooit
achtergekomen, maar ik ging naar de bewaarschool, zelfs als ik lang
nadenk heb ik daar bijster weinig geleerd. Leren: lezen, schrijven,
rekenen, volgde vanaf mijn zesde op de lagere school, de openbare wel
te verstaan, waar de jongens in navolging van een reclamebiljet allemaal
een uitermate lullig, over
beide oren getrokken, alpinopetje ophadden. Mijn tweelingbroer Adriaan
en ik droegen dat niet, wij hadden een bivakmuts, die schijnt
tegenwoordige baklava genoemd te moeten worden. Behalve de openbare had
je de bijzondere lagere school, die was voor de christelijke jeugd der
natie, verdeeld in katholiek en diverse graden van protestantisme.
Daarnaast had je ook nog buitengewoon lager onderwijs, dat was voor
kinderen van wie men dacht dat ze niet zo goed meekonden. Vervolgens had
je uitgebreid lager onderwijs, meer uitgebreid lager onderwijs,
ambachtsschool, huishoudschool, hogere burgere school en gymnasium, maar
die zijn net als verschrikkelijke ziekten als tering en
kinderverlammming allemaal anders gaan heten. Ook een kinderverkrachter
heet niet meer zo, dat wil niet zeggen dat hij niet meer bestaat,
vooral priesters schijnen er de laatste jaren onder de naam pedofilie een hobby van te hebben gemaakt, terwijl ik oorspronkelijk dacht dat pedofilie iets met het dragen van blote voeten in sandalen te maken had.
Zij
was, zo herinner ik mij haar, een statige, rondborstige dame, maar zij
zong toen al een tiental jaren niet meer, mijn tante Sofie Knakwalder,
die als de Leeuwarder Leeuwerik Sophia Knäck triomfen vierde van
Tashkent tot Purmerend en haar opleiding had genoten bij de beroemde
bas Knillis-Eduard van den Crommertsz in Berlijn, eertijds Erster
Kammersänger van keizer Wilhem II, aldaar. Gister had ik telefonisch
contact met mijn achterneef Govert Knakwalder in de 3e
Vegelindwarsstraat in Leeuwarden, die het familiearchief beheert dat
voor een belangrijk deel wordt ingenomen door programmaboekjes met
optredens van tante Sofie. Zij kwam uit een muzikaal geslacht, zo wist
Govert mij te vertellen, dat haar betovergrootvader Heinrich Knackwälder
(nog met een extra c en een umlaut geschreven) derde eaubelisque, een
inmiddels niet meer in gebruik zijnd, door waterkracht aangedreven,
driedubbelrietinstrument, speelde in de "Evangelische Musikverein
NibemivodiTü" in Pfaffenhofen, een orkest, dat destijds onder leiding
stond van een voorvader van de huidige Hongaarse premier Viktor Orban.
Heinrich kwam rond 1798 naar Amsterdam, doch vestigde zich uiteindelijk
in 1816 in de Friese hoofdstad, waar hij, inmiddels van instrument
gewisseld, successen boekte als xeretuutblazer (de xeretuut is een
mini-alpenhoorn) in een lokaal harmonieorkest, zijn zoon werd later
leider van dat orkest dat engagementen verzorgde tot in Hempens, Oude
Pekela en Haskerdijken. Tante Sofie, geboren in 1892, overleed in 1957
in Leeuwarden, zij had wanneer zij nog geleefd had een geweldige
bijdrage kunnen leveren aan de activiteiten onder de noemer Leeuwarden
Culturele Hoofdstad 2018.
Evenals Sophia Knäck mogen de Britten graag het een en ander zingen, al is hun repertoire duidelijk ietwat anders dan dat van tante Sofie, zo gelooft premier Boris Johnson heilig in: "Britanna rules the waves", terwijl de alternatieve versie "Britannia waves the rules" aanzienlijk beter op zijn plaats zou zijn. Het is trouwens merkwaardig, toen in Nederlandse scholen nog vaderlandse liederen gezongen werden, heb ik jarenlang in de veronderstelling verkeerd dat "Waar de blanke top der duinen afgezet met prikkeldraad en op elke honderd meter weer zo'n vuile rotmof staat, juich ik aan het vlakke strand: hij komt nooit in Engeland", de officiële versie was, maar dat was onjuist, geciteerde tekst ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de NSB-jeugd het origineel : "Waar de blanke top der duinen schittert in de zonnegloed en de Noordzee vriendelijk bruisend Neerlands smalle kust begroet, juich ik aan het vlakke strand, ik heb u lief mijn Nederland", ten beste gaf.
Evenals Sophia Knäck mogen de Britten graag het een en ander zingen, al is hun repertoire duidelijk ietwat anders dan dat van tante Sofie, zo gelooft premier Boris Johnson heilig in: "Britanna rules the waves", terwijl de alternatieve versie "Britannia waves the rules" aanzienlijk beter op zijn plaats zou zijn. Het is trouwens merkwaardig, toen in Nederlandse scholen nog vaderlandse liederen gezongen werden, heb ik jarenlang in de veronderstelling verkeerd dat "Waar de blanke top der duinen afgezet met prikkeldraad en op elke honderd meter weer zo'n vuile rotmof staat, juich ik aan het vlakke strand: hij komt nooit in Engeland", de officiële versie was, maar dat was onjuist, geciteerde tekst ontstond tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de NSB-jeugd het origineel : "Waar de blanke top der duinen schittert in de zonnegloed en de Noordzee vriendelijk bruisend Neerlands smalle kust begroet, juich ik aan het vlakke strand, ik heb u lief mijn Nederland", ten beste gaf.
Wees
eerlijk wanneer heeft u voor het laatst uw tanden gezet in een notaris,
een jonathan, een sterappel, een bellefleur, een granny smith, een
james grieve, een cox orange pippin, een goudreinet, terwijl laatst
genoemde appel met meer dan honderd tegelijk in de herfst op uw ouders
zolder werd neergevlijd, zodat ze ook in februari nog een letterlijk
appeltje voor de dorst hadden. Nee, u moet het vandaag de dag doen met
pink lady of in het ergste geval met het verorberen van een Jazz gezeten in een Honda Jazz luisterend naar "Schlafe mein Prinzchen schlaf ein" gespeeld door Papa Bue's Viking Jazz Band.
En dat is erg, heel erg. Iets geheel anders. Weet u nog dat er in
ieder dorp een begrafenisondernemer gevestigd was met zijn eigen
automobiel in de vorm van een zwart geschilderde bestelwagen, waarin de
dierbare overledene ten kerkhove werden gebracht, dat is tegenwoordig
totaal anders, ik heb me laten vertellen dat de firma Oncologistics
begrafenisauto's verhuurt onder de naam Terminaltransportation. Op de
zijkant van de voitures staat naast het gebruikelijke kruis, echter
zonder de Here Jezus, in flitsend lila blokschrift de naam van de
onderneming, die geleid wordt door de uit België afkomstige Lieven
Vanderbil. Intussen is dit mijn laatste bijdrage,
andere besognes staan verdere medewerking in de weg wanneer
mijn tweelingbroer Adriaan van zijn ziekbed is opgestaan, zal hij u
ongetwijfeld meer vertellen over de meer dan fantastische avonturen van
de op dit blog reeds vaker genoemde Duitsebondsrepublikein en meest
rechtse hand van kanselier Albenauwer, Hampelmann Maria Globkens, die
buitengewoon goed bevriend was met Adolf Birkenblättchen, die na de
Tweede Wereldoorlog Mercedessen sleet in Argentinië, maar zijn aards
bestaan, na een veelbesproken proces, zag eindigen in Israël.
Patrick Bordjepap, Deventer.