22.8.22

BUSSEN

 


Na de Tweede Wereldoorlog was er van het eens zo omvangrijke wagenpark van de HTM weinig meer over, de Duitse bezetter had het overgrote deel gevorderd en het was over de oostgrens verdwenen. Vanaf 1926 tot en met 1930 waren uitsluitend Belgische Minerva's met een ARM-carrosserie in dienst gesteld, met een forse motorkap, zoals op bovenstaande foto te zien is. Daarna kwamen de frontstuurbussen, met een carrosserie van Allan, Beynes of Verheul, die merendeels door de Wehrmacht werden gestolen. In 1945 was er in de residentie dus een enorm vervoersprobleem, dat pas begin 1946 werd opgelost door de komst van 10, later aangevuld met nog 4, Franse Hotchkissbussen met Chaussoncarrosserie. Ze hadden benzinemotoren, die veel gebruikten, bovendien waren ze eigenlijk niet geschikt voor stadsvervoer, al gaat het wat ver om te beweren dat het in feite touringcars waren, in Frankrijk kwam je de Chaussons met hun kenmerkende "nez de cochon" namelijk veel in het streekvervoer tegen (zie onder). In 1949 werden de Haagse Chaussons door de HTM afgevoerd.