Wobster Kneulemansz vroeg zich al 64 jaar lang af hoe hij aan zijn merkwaardige voornaam kwam. Hij had nog niet zo lang geleden correspondentie gevoerd met het Nemzetközi Névadó Intézet, het Internationaal Naamgevings Instituut in Boedapest, wat hem een enthousiaste, door Viktor Orban ondertekende brief opleverde, vergezeld van een klein flesje bikaver. Uit Washington had hij daarentegen recent geen enkel antwoord ontvangen, waarschijnlijk was het naamgevingsinstituut daar door Musk om zeep geholpen. Wobster was op zijn derde in Den Haag te vondeling gelegd, met een klein briefje, waarop de woorden Wobster Kneulemansz. De kleine Wobster was opgepikt door de zesde zaakgelastigde van Joegoslavië die hem eerst een week in de ambassade had ondergebracht maar na tussenkomst van Tito hem naar het hoofdbureau van politie had gebracht. Er was nog enige discussie tussen de ambassade en de politie gevoerd waarom er een week was verstreken tussen zijn vondst en zijn aankomst bij het politiebureau, maar voordat een diplomatieke rel was ontstaan, had de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken ingegrepen en was commissaris van politie Hobbelaar voortijdig met pensioen gegaan.