Wobster ging in Groningen rechten studeren. De eerste twee maanden probeerde hij dat vanuit de ouderlijke woning in Jubbega Derde Sluis te doen, maar hij kwam er al gauw achter dat dat een onmogelijke opgave was, op de fiets naar Drachten en met de bus naar Groningen. Hij ging op zoek naar een kamer en vond er eentje via een ouderejaars die naar het Westen verhuisde: een piepkleine zolderkamer in een hotel, waarin hij tegelijkertijd nachtportier werd. Hij maakte vrienden, die hem thuis uitnodigden, zonder dat hij ze ooit in Jubbega Derde Sluis terug vroeg, want hij geneerde zich voor moeder Uilkje, die nog altijd 's morgens om negen uur vijfenzestig kruisjes sloeg en alleen maar pizza's at. Hij had een aantal keren gevraagd om met dat 'healwiize gesoademiter' op te houden, maar Uilkje trok zich van hem niets aan. Zelfs toen hij een vriendin kreeg, die hem inmiddels vier keer thuis had uitgenodigd en die eindelijk zijn ouders wel eens wilde ontmoeten, hield Uilke vast aan het Bielefelder Kreuz- und Pizza Genossenschaft en ging Wobsters verkering uit.