7.1.07

Toetermannen

Toen ons man nog leefde ging hij nooit luid schellend op zijn fiets de buren uit. Het nuivere is dat men hedendedag een slag volk heeft, dat zo gauw het een luxe wagen onder het gat heeft, voor het zin krijgt dat men de buren niet uit kan zonder op de toeter te slaan. De kaalplas en zijn vrienden zijn ook grote toetermannen, zij pijlen heeltijden met de toeter om, het komt mij wel aan dat zij als kleine poppen alleen met veel geschrijm moeders jak los konden krijgen: ze zijn als kinderen slim vertuterd en zulks komt nooit weer goed. Ons vader zei altijden: "Kleine schrijmers worden later grote grijmers".

Vrouw Ymkje Sinnema - Meindertsma, Rotsterhaule