7.10.07

Fiechemann 9

“Zwartbruin moet mijn made zijn, graat zoals ik”, schreeuwt Fiechemann nu uit volle hals. "Beneemt U”, verzoekt Heimer“, het schijnt U hebt niet alle kopjes in de kast, heer Fiechemann.
“Eeeuuuh, eeeuh, eeuuh, eeuuh, eeeeuuuuh’”, toont Ochuss.
“Kopjes in de kast? Kopjes in de kast, om aan te vangen: voor U ben ik nog immer Professor Doktor Doktor Fiechemann, U..., U..., U, misgeraden geschep” en hij zingt verder: “Doevi doe doevi di ha ha ha.”
“Ogenblikkelijk ophoren U.”
“Made heeft mij de boezem gegeven, heeft mij zwaar gekrenkt, heb hem haar teruggegeven, ik wil ja niets geschenkt", en Fiechemann vangt opnieuw met de eerste strofe aan: “Zwartbruin is de hazelnoot, zwartbruin ben ook ik. En weet U waarom vrouw krankenpleegster Heimer? Omdat de hazelnoot, mijn made en ik niet de richtige zonnenbrandcreme benut hebben. Doevi doe doevi di ha ha ha”.
In dit ogenblik komt vrouw direktorin Daimler de krankenzaal heringeeild.