Gister naar Leeuwarden om het door mijn moeders broer lang geleden verzamelde deel van het familiearchief op te halen. In de trein op de terugweg begonnen met sorteren: mijn overgrootvader IJme Hanzes Dijkstra werd op 7 juli 1850 in Oudkerk geboren, was schipper en daarna terpbaas tot hij op 23 januari 1907 verdronk. Hiernaast het bericht van zijn dood, in plaats van de tegenwoordige annonces, vaak met een licht grijs randje, werd de aankondiging door een forse zwarte rand omringd. Als ik het me het, vaak vertelde, verhaal van zijn dood “door een noodlottig toeval” goed herinner, kwam hij terug van de veemarkt in Leeuwarden en verloor hij zijn pet, die op het ijs woei en in plaats van de pet de pet te laten, ging hij er achteraan, zakte door het ijs en verdronk. Zijn broer Hijle Hanzes, geboren in 1868 vierde tot op zijn 74ste triomfen op het ijs, zo lees ik in de Leeuwarder Courant van 27 januari 1942. Ik citeer: “We wachtten in café Woudstra op de bus naar Dokkum; een heel stelletje oud-hardrijders zat daar, want vroeger leverden de Wouden menigen hardrijder van naam. De oude veteraan Hijle Dijkstra van Oudkerk vertelde juist jarig te zijn op dezen dag, hij werd nu 74 jaar. “En noch sa linich as lekken”, zei hij trotsch. “ik kin myn greate tean noch maklik yn ‘e mûle krijge”. En hij demonstreerde dezen krachttoer; zittende op den caféstoel volbracht hij het kunstje vlot.” Hijle (soms gespeld met dubbel l) overleed op 30 november 1943.