De VARA, mijn toenmalige werkgever, organiseerde een voettocht waarin Bekende Nederlanders (dat begrip was destijds overigens nog onbekend) ieder een week door dorp, stad, bos en hei trokken. De eerste week wandelde Bob den Uyl, andere stappers waren Koos Postema, Dirk de Vroome (de Rode Reus), Cees Schelling, Peter van Straaten en Jenny Arean. Dankzij laatstgenoemde maakte ik kennis met Nikos Tsiaxiras.
Vanaf de tweede week van VARA's Voettocht werd ik geacht op zaterdag de eindpresentatie te doen, vanaf een punt waar die week de tocht eindigde. Omdat ik meer een fietser ben dan een wandelaar besloot ik dat ik zelf toch enige ervaring moest hebben en dus had ik het idee opgevat om even van Hilversum naar een plaats nabij Arnhem te wandelen, dat was onverstandig: ik startte om drie uur 's nachts maar kwam niet verder dan Amersfoort, blaren leiden tot jolijt, doch vooral op andermans voeten. Ik heb verder de trein - destijds nog een betrouwbaar vervoermiddel - gepakt en ben verder met de bus ter plekke beland.
Maar ik dwaal af, eerder liep Jenny een week en haar tocht eindigde, geloof ik, ergens in een Zuidhollands vestingstadje. Er was een begeleider ingehuurd wiens naam ik niet ga noemen, want hij kan wel dood zijn en over de doden niets dan goeds, maar neem van mij aan dat - en nu druk ik me zeer zacht uit - het een naarling was, die Jenny op de vrijdagavond voor de tocht eindigde buitengewoon schoffeerde. Jenny had terecht geen zin in een dergelijke behandeling en nam de benen en met haar dreigde de zaterdagse uitzending te verdwijnen. Ik ben toen alle café's ter plaatse langsgegaan en heb haar uiteindelijk opgediept. De naarling in kwestie werd verwijderd en schreef vervolgens zoals voor naarlingen gebruikelijk een naar stukje over VARA's Voettocht in de Haagse Post, want vaderlandse naarlingen trappen graag na. De voettocht eindigde in Amsterdam in Schiller op het Rembrandtplein. Na de uitzending ontstond het plan om gezamenlijk op te trekken naar De Kring. Jenny vroeg me: "Daar ga jij toch niet naar toe?" Ik was nog nooit in dat culturele bolwerk geweest en was best nieuwsgierig, maar antwoordde met een wedervraag: "Waar ga jij heen?". Dus werd het een Grieks restaurant, waarvan ik me de naam niet herinner, ik meen in de Egelantierstraat. Een van de obers daar was net vader geworden en dus werden de aanwezige eters redelijk rap verwijderd en werden Jenny en ik uitgenodigd om met het gezamenlijk personeel op te trekken naar een naburig café, waar het bordensmijten begon. Eén van de smijters was Nikos Tsiaxiras en smijten schept een band voor het leven.