27.5.15

Béranger

Pierre-Jean de Béranger (1780-1857) werd geboren in de Rue Montorgueil, vlakbij 'Les Halles' in Parijs, waar hij in de steek gelaten werd door zijn ouders en vervolgens onder de hoede kwam van een tante in het Noordfranse Péronne. Hij werd in de leer gedaan voor drukker, keerde op zeventienjarige leeftijd terug naar Parijs, ontmoette zijn vader, schreef satirische liedjes en een komische opera, die overigens geweigerd werd en met een aantal van zijn gedichten was Béranger ook niet gelukkig, omdat ze niet door de censuur kwamen. Zijn meest beroemde lied werd "La Rosalie"  
'La Rosalie assise par sa fenêtre
J’entend la pluie qui verse sur son dos
Son petit coeur qui répose a son aise
Et le mien qui n’a point de repos
'
dat het met een heel ander tekst heeft gebracht tot volkslied van Maleisië. Wij kennen de melodie als "Terang Boelan". Béranger belandde een aantal malen wegens het schrijven van "opruiende" liedjes in de gevangenis en werd tot hoge boetes veroordeeld, maar in 1848 werd hij met een overweldigende meerderheid tot afgevaardigde voor het departement Seine in de Nationale Vergadering gekozen. Hij kreeg bij zijn dood op 16 juli 1857 een nationale begrafenis, evenwel zonder publiek. Er worden 20.000 militairen opgeroepen om de straten in Parijs af te zetten,  dat weerhield de mensen echter niet om in bomen en op daken te klimmen. Béranger is begraven op Père Lachaise. Tenslotte hier het lied "Le Carillonneur" van Béranger.