Er gaan te veel mensen dood. De laatste tijd. Eerst mijn nicht van vaders kant. En nu mijn oudste nicht van moeders kant. En dan tel ik een vriend van lang geleden niet eens mee. De nicht van moeders kant woonde in een dorp waaraan ik, in tegenstelling tot aan de nicht, geen goede herinneringen bewaar. Het dorp werd in mijn jeugd door een vaart door midden gesneden. Die vaart werd gedempt en is kort geleden gedeeltelijk weer uitgegraven. Ik noem zoiets spijt op kosten van de gemeenschap. De eigenaar van dierenspeciaalzaak, waar ik altijd Heer Ozenfants maaltijden haalde, is ook dood, voor degenen die niet weten wie Heer Ozenfant was - trouwens ook dood - hij was de voorganger van Una Barquhar en dus cairn terrier en blaffer van dienst. Deze week overleed heel plotseling de man van de rijwielwinkel vlak in de buurt. Een paar jaar geleden stond hij van ene dag op de andere in een gebatikt hemd in een echt Indisch restaurant naast de fietsenzaak. Ik vroeg of het restaurant in plaats van de Raleighs en Sparta's altijd zijn droom was geweest. Hij antwoordde: "Nee, dit is de droom van mijn vrouw". Dat vond ik mooi, niet je eigen droom, maar de droom van een ander realiseren.