Pepermunt & Alzheimer.
Als het weer een beetje meezit gaan mem en ik nog wel `s een blokje om.
Vandaag mooi weer en dus er weer op uit. Drop & pepermunt mee. En o ja een
draagbare asbak, want mem rookt en in mijn auto zit geen asbak. Ze steekt
namelijk de één na de andere op want ze vergeet meteen dat ze net gerookt
heeft. Als een schoorsteen dus. “Moet ik nu nog stoppen?”, zegt ze vaak. Ach
welnee mem. `t Maakt nu toch niks meer uit concluderen we dan samen. Dan
lacht ze. Maar we gaan oude plekjes kijken. Maar vaak toch: “Heb ik hier
gewoond? Is dat zo?” enne “Waar zijn we want ik herken niets…”. Gesprekjes
met buren van destijds die toevallig in het zonnetje zaten. “Wie is die
vrouw?”. En dan trekt soms opeens de mist op. Ik vraag dan bijvoorbeeld even
later wie die meneer/mevrouw dan wel was. Zegt mijn moeder:”Weet je dat dan
dan niet? Dat is ********** van je-weet-wel die vroeger zus & zo deed en
blablabla..”. Ik verbaas me dan weer.
Ik stop even later verkeerstechnisch bij een huis en opeens begint ze
allemaal dingen van vóór de oorlog te vertellen. Dingen die zich daar
afgespeeld hebben. En dat de bewoner later in de oorlog fout was en bij de
Landwacht zat. De man slingerde een zus van mijn moeder aan haar haren in de
rondte omdat ze blijkbaar iets fout had gedaan. Dat een andere NSB`er bij de
SS ging en nog bij Stalingrad ligt. Dan hoor ik welke families van het dorp
in de oorlog allemaal bij de NSB zaten. Dat een buurman van ons destijds, ik
herinner me hem ook, bewaker in kamp Amersfoort was. Dattie na de oorlog
vast heeft gezeten en zijn stemrecht kwijt raakte. Dat buurman daardoor, ja
hoe is`t mogelijk hè, bij de Jehova`s raakte. Dan zegt mijn moeder dat mijn
oma vaak de ramen en gordijnen aan de kant van die buurman dichtdeed want
pake had een radio en een motor verstopt in de schuur. NSB buurman verlinkte
wel mensen. Niet zélf in het dorp maar hij gaf het dan door aan andere
NSB`ers uit naburige dorpen die dan even langskwamen. Hoe buurman op Dolle
Dinsdag in paniek raakte. Mem vertelde dat ze in oorlog melk moest halen bij
halen bij een boerderij verderop en dat ze dan na Sperrtijd door het bos
ging. Dat ze zich nog herinnerde hoe die verse en warme koeienmelk smaakte.
Ze proefde onderweg altijd even. Beppe maakte er `s zondags wel eens lekkere
room van, wist ze nog. Ik vroeg haar waar dat melk-haal-paadje was. Ze
vertelde waar en ik kende dat paadje ook van een leuk meisje dat daar in
mijn jeugd vlakbij woonde. (!) Sssstttt… Dus daar naar toe gegaan. Mem
vertelde en vertelde maar. Prachtig! Dat ze bij de bevrijding in april `45
ontdekte dat ze met het op de MULO in Drachten geleerde Engels écht met
Canadese soldaten kon praten. Dat verbaasde haar hevig. Over de dansavonden
met de soldaten. Dat één van de meiden uit een naburig dorp zich door
verscheidene soldaten liet pakken. Wat een sloerie was dat, mopperde ze nog.
Chocolade had ze in jaren niet gezien. “Ik werd wel thuisgebracht met een
jeep van de Canadezen. Omdat ik wel wat dingen voor ze vertaalde”. Net als
of de dementie stof even weggeblazen was.
Even verder op is nog steeds het kerkhof en daar liggen ooms en tantes maar
ook pake en beppe. Mem wil daar ook begraven worden heeft ze me lang geleden
verteld. Ik stelde voor om daar even te gaan kijken. Ze stapte door het hek
en kwam in haar herinnering. Hier en daar even stilstaand en ik kon zien dat
ze diep aan het graven was in haar verleden. Maar ze wist wéér heel veel te
vertellen. Haar jeugd en andere dorpsgenoten kwamen voorbij. Het halve dorp
zo ongeveer! Alzheimer is een wel heel vreemde ziekte. Aangekomen bij pake
en beppe hebben we de rollator aan de kant gezet en zijn we samen tussen
andere graven door naar de steen gelopen. Ik ondersteunde haar en ze leunde
nog even een keer bij haar vader en moeder.
“Het was een prachtige zondagochtend”, zei ze teruggekomen in het
verzorgingshuis. Dat vond ik ook. Ik vraag me af of ze het allemaal nu nog
wel weet….
Vandaag mooi weer en dus er weer op uit. Drop & pepermunt mee. En o ja een
draagbare asbak, want mem rookt en in mijn auto zit geen asbak. Ze steekt
namelijk de één na de andere op want ze vergeet meteen dat ze net gerookt
heeft. Als een schoorsteen dus. “Moet ik nu nog stoppen?”, zegt ze vaak. Ach
welnee mem. `t Maakt nu toch niks meer uit concluderen we dan samen. Dan
lacht ze. Maar we gaan oude plekjes kijken. Maar vaak toch: “Heb ik hier
gewoond? Is dat zo?” enne “Waar zijn we want ik herken niets…”. Gesprekjes
met buren van destijds die toevallig in het zonnetje zaten. “Wie is die
vrouw?”. En dan trekt soms opeens de mist op. Ik vraag dan bijvoorbeeld even
later wie die meneer/mevrouw dan wel was. Zegt mijn moeder:”Weet je dat dan
dan niet? Dat is ********** van je-weet-wel die vroeger zus & zo deed en
blablabla..”. Ik verbaas me dan weer.
Ik stop even later verkeerstechnisch bij een huis en opeens begint ze
allemaal dingen van vóór de oorlog te vertellen. Dingen die zich daar
afgespeeld hebben. En dat de bewoner later in de oorlog fout was en bij de
Landwacht zat. De man slingerde een zus van mijn moeder aan haar haren in de
rondte omdat ze blijkbaar iets fout had gedaan. Dat een andere NSB`er bij de
SS ging en nog bij Stalingrad ligt. Dan hoor ik welke families van het dorp
in de oorlog allemaal bij de NSB zaten. Dat een buurman van ons destijds, ik
herinner me hem ook, bewaker in kamp Amersfoort was. Dattie na de oorlog
vast heeft gezeten en zijn stemrecht kwijt raakte. Dat buurman daardoor, ja
hoe is`t mogelijk hè, bij de Jehova`s raakte. Dan zegt mijn moeder dat mijn
oma vaak de ramen en gordijnen aan de kant van die buurman dichtdeed want
pake had een radio en een motor verstopt in de schuur. NSB buurman verlinkte
wel mensen. Niet zélf in het dorp maar hij gaf het dan door aan andere
NSB`ers uit naburige dorpen die dan even langskwamen. Hoe buurman op Dolle
Dinsdag in paniek raakte. Mem vertelde dat ze in oorlog melk moest halen bij
halen bij een boerderij verderop en dat ze dan na Sperrtijd door het bos
ging. Dat ze zich nog herinnerde hoe die verse en warme koeienmelk smaakte.
Ze proefde onderweg altijd even. Beppe maakte er `s zondags wel eens lekkere
room van, wist ze nog. Ik vroeg haar waar dat melk-haal-paadje was. Ze
vertelde waar en ik kende dat paadje ook van een leuk meisje dat daar in
mijn jeugd vlakbij woonde. (!) Sssstttt… Dus daar naar toe gegaan. Mem
vertelde en vertelde maar. Prachtig! Dat ze bij de bevrijding in april `45
ontdekte dat ze met het op de MULO in Drachten geleerde Engels écht met
Canadese soldaten kon praten. Dat verbaasde haar hevig. Over de dansavonden
met de soldaten. Dat één van de meiden uit een naburig dorp zich door
verscheidene soldaten liet pakken. Wat een sloerie was dat, mopperde ze nog.
Chocolade had ze in jaren niet gezien. “Ik werd wel thuisgebracht met een
jeep van de Canadezen. Omdat ik wel wat dingen voor ze vertaalde”. Net als
of de dementie stof even weggeblazen was.
Even verder op is nog steeds het kerkhof en daar liggen ooms en tantes maar
ook pake en beppe. Mem wil daar ook begraven worden heeft ze me lang geleden
verteld. Ik stelde voor om daar even te gaan kijken. Ze stapte door het hek
en kwam in haar herinnering. Hier en daar even stilstaand en ik kon zien dat
ze diep aan het graven was in haar verleden. Maar ze wist wéér heel veel te
vertellen. Haar jeugd en andere dorpsgenoten kwamen voorbij. Het halve dorp
zo ongeveer! Alzheimer is een wel heel vreemde ziekte. Aangekomen bij pake
en beppe hebben we de rollator aan de kant gezet en zijn we samen tussen
andere graven door naar de steen gelopen. Ik ondersteunde haar en ze leunde
nog even een keer bij haar vader en moeder.
“Het was een prachtige zondagochtend”, zei ze teruggekomen in het
verzorgingshuis. Dat vond ik ook. Ik vraag me af of ze het allemaal nu nog
wel weet….