Olaf Blafmans was maar een klein hondje - een dwergpinscher - hij
was zo klein, dat grote honden, waarbij hij soms samen mee aan de
voederbak mocht zitten, de n uit pinscher weg lieten. Toch waren dat
zijn fijnste momenten: uitgenodigd worden door Spaniel & Doberman of
door de snelst blaffende hond van Nederland, de Bayrischer
Gebirgsschweisshund, Alois. Olaf Blafmans zat dan altijd wat
onderuitgezakt, net alsof het hem allemaal niet aanging, maar meteen
alert wanneer Doberman, Spaniel of Alois hem vroegen welke
hondenbrokjes het meest geliefd waren in het land. Nu ging het eigenlijk
minder om de brokjes, maar langzamerhand meer om de verpakking - de
zak, waarin de hondenbrokjes verpakt waren - en eigenlijk nog niet eens
daarom, het belangrijkst was de hond afgebeeld op de verpakking. Blafmans ging voor zijn onderzoek de buurt door, blafte eens hier,
blafte eens daar, snoof eens hier, snoof eens daar en destilleerde uit
de geur van de diverse urinesporen welke brokjes het meest populair
waren. Daar deed hij dan weer verslag van bij Spaniel & Doberman of
bij Alois, de Beierse bergzweethond, wiens snelle blaf overigens moeilijk te begrijpen was, want hij blafte met een glottisslag. Olaf was trouwens recent fors door
zijn eigen neus bedrogen, toen hij dacht als politiehond te kunnen
optreden. Dat had hij niet moeten doen, hij had bij de Amsterdamse
geurvaantjes moeten blijven en niet geheel alleen naar Deventer moeten afreizen.