Mijn vader, in 1943 veertig jaar oud, was gereduceerd tot niemand, gereduceerd van landelijk secretaris-penningmeester van de democratisch-socialistische jeugdbeweging AJC, tot een nul en dus mocht hij, vanwege zijn Joodse afkomst geen verzekeringen, geen bank-, noch girorekening hebben. Die chicanes komen, wanneer er herdacht wordt en de nonmuziek door het militair op de Dam gespeeld wordt, er helaas niet aan te pas. Mijn vader begon een lange strijd om van de gele vlek op zijn kleren af te komen. Het voert te ver en is bovendien te persoonlijk hoe hij er uiteindelijk op 28 juni 1943 in slaagde. Dat gevecht heeft geld gekost, afgezien van de reiskosten en de gekopieerde papierwinkel, waren de kosten voor mijn werkeloze vader zo'n 1300 euro in hedendaagse valuta.