Het lijkt verdraaid handig: zet een autobus op spoorwielen en je hebt een redelijk goedkoop railvoertuig, maar er is een probleem: wat doe je aan het eind van de lijn? Je zult de bus op één of andere manier moeten keren, want je kunt moeilijk verwachten dat de bus, zojuist aangekomen uit A in B, van B naar A achteruit rijdt. Je hebt dus een draaischijf nodig, waardoor de neus van de bus weer in de goede richting wijst en de chauffeur kan zien waar hij naar toe rijdt. De afgelopen week ben ik bezig geweest met zo'n busje - schaal één op zevenentachtig - te motoriseren, dat had flink wat voeten in de aarde, maar het busje rijdt. Het is een model van een Floiratrailvoertuig, gebaseerd op een autobus (serie GA 1B6) van de door Sylvain Floirat (1899-1993) geleide gelijknamige firma in Saint-Denis, gebouwd op het chassis van een vrachtwagen van de firma Bernard met een zescylindermotor met een inhoud van iets meer dan acht liter. De eerste door de SNCF aangeschafte Floirats kwamen eind 1946 in dienst. Er kon een motorloze, aan de bus gelijkvormige, aanhangwagen gekoppeld worden. Dat moet het omkeren voor de terugreis niet eenvoudiger gemaakt hebben.