Een automotrice met een autogrille waarin het Lotharingse kruis, dat moet een Lorraine zijn, waarvan maar een klein aantal is gebouwd: drie voor de État en vier voor de Est. Oorspronkelijk hadden ze ieder twee zescylinder Lorrainedieselmotoren, later twee Saurermotoren. De Lorrainemotoren waren gekoppeld aan een Wilsonversnellingsbak met vijfversnellingen en een vrijloop, de topsnelheid was 120 km/u., maar de dienstsnelheid ging niet hoger dan 100 km/u. De automotrice had drie klassen was daarom een ABC, de volledige naam van de gefotografeerde automotrice was ZZ ABsCEty 60151. In 1936/37 werd het viertal voor de Est bestemde automotrices afgeleverd, in 1953 ging de laatste Lorraine uit dienst.
De fabriek, oorspronkelijk in Reichshoffen in de Elzas, dat in 1871 door Duitsland werd geannexeerd, raakte door die annexatie zijn voornaamste klandizie - immers in Frankrijk - kwijt. In 1880 startte Eugène de Dietrich een nieuwe fabriek in Lunéville, die zich in 1905 van het moederbedrijf onafhankelijk maakte en verder ging onder de naam Société Lorraine des Anciens Etablissements de Dietrich et Cie en tegelijkertijd het Lotharinger kruis als waarmerk aannam.