Dit is de winnaar van de allereerste autorace, een De Dion-Boutonstoomractor (met aanhanger), die het traject Parijs-Rouen 124 jaar geleden in iets meer dan vijfeneenhalf uur aflegde, maar de zegepraal onthouden werd omdat graaf De Dion geen mécanicien bij zich had, de wagen volgens het organiserend comité te lastig te besturen was en bovendien te veel kostte. Het merk zou later van stoom overstappen op verbrandingsmotoren en tot 1932 actief blijven in de automobielbouw. Daarnaast werden na de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk achtergebleven General Motorsambulances tot bus verbouwd en op rails gezet et voilà: je had een autorails, die ook nog door een door De Dion-Bouton gebouwde kleine, eenassige aanhanger kon worden voorzien en vervolgens werd ingezet op diverse tramwegen. De autorails bleven lang het uiterlijk van een autobus op rals houden, compleet met een heuse motorkap. Daar kwam verandering in en in 1925 werd een prototype in samenwerking met Werkspoor geleverd aan de NTM in Friesland, gevolgd door vijf autorails van het type LH - met een vierclinder De Dion-Boutonmotor gekoppeld aan een vierversnellingsbak - die in 1926 in dienst kwamen. In 1939 adverteerde de firma met het type OR dat voorzien was van een houtgasgenerator. De Dion-Bouton was niet het enige Franse bedrijf dat het hoofd boven water hield door de constructie van railvoertuigen, Bugatti in Molsheim zou hoogst waarschijnlijk verdwenen zijn en ook andere automobielfabrieken leverden autorails: o.a. Berliet, De Dietrich en Renault.