Zodra het politieke journaille zich bezig gaat houden met muziek dient te worden opgepast, want van muziek hoef je anders dan van politiek geen studie te maken en dus kun je onzin uitkramen. Waarom de gospelkwaliteiten van Dries Roelvink hoog moesten worden geprezen in OP1 is mij een raadsel en Pussy Riot geen noot mocht zingen eveneens. Gospelmuziek komt niet van Curaçao en ver voor Solomon Burke, Aretha Franklin en Whitney Houston bestond er al gospel. Oorspronkelijk leek gospel op de zang die slaafgemaakten van uit Afrika hadden meegenomen en met een christelijk sausje was oversprenkeld. Hoe het klonk kun je nu nog horen op de Georgia Sea Islands. Op een eiland is de kans groter dat oorspronkelijke muziek gehandhaafd blijft. Al voor 1900 ontstond een nieuwe vorm toen studenten aan een zwarte universiteit op tournee gingen en grammofoonplaten maakten om geld bijeen te brengen voor hun universiteit. De tournees en grammofoonplaten waren bedoeld voor witmannnen en -vrouwen en dus werd de muziek voor hun oren geschikt gemaakt. Het zou nog een hele tijd duren voordat een zwarte kerkdienst in de groeven kwam. Sommige melodietjes belanden in het jazzrepertoire. Vanaf midden jaren dertig zien we aantal heren, zoals bijvoorbeeld The Jubelaires, met succesvolle gospelkwartetten. Een kwintet was The Five Blind Boys of Alabama met een uitgebreider instrumentarium. Inmiddels is gospel een commercieel bedrijf en hebben stemmige, gesteven hemden de religie vervangen en gaat Giovanca Ostiana ons zondag o.a. met Dries Roelvink van gospel voorzien. Aan witte countrygospel en zwartegospel op pedalsteelguitar zal hoogst waarschijnlijk geen aandacht worden besteed.