Op 15 mei 1945 overleed alfaman Sybesma en na een kort overleg werd besloten hem niet in de tuin te begraven, maar dat Sipke Dongersma naar het gemeentehuis op het Moleneind Z.Z. zou gaan om van het overlijden kond te doen. Dongersma had per slot van rekening het meest nette pak en kon nog altijd een behoorlijk mondje Nederlands. Bovendien was hij een kleine maand eerder ook naar het dorp gestapt samen met bommenrichter Aram Bagdasarian, een Amerikaan die nadat zijn B17 eind 1943 door Duits flak was geraakt per parachute vlak achter de behuizing van de Friese gemberisten was neergedaald. Na enig aandringen had hij zijn vliegersoverall uitgetrokken en onder de vloer gestopt samen met zijn personalia. Door ook alleen maar te oeën en te aaën en geen Engels te spreken was hij voor eventuele huiszoekingen van Duitsers onherkenbaar. Op 15 april, een dag na de bevrijding van Drachten, had hij zijn vliegersoverall weer aangetrokken en was vergezeld door Sipke Dongersma naar de Canadese bevrijders gestapt en een maand later was hij thuis in in Californië waar zijn neef Ross Bagdasarian het verhaal over zijn wonderlijke onderduikervaring uiteindelijk zou verwerken in een lied.