Zeer waarschijnlijk is lapidarius een verbastering van lapindarius. De lapidari bestreden elkaar en trachten hun gebied uit te breiden, zo is bekend dat de lapidarius van Hemrik verschillende pogingen heeft gedaan om te vuur en zwaard zijn kanton via Ureterp tot Oudega en nog verder tot aan Bergum te vergroten. Dit ging echter niet zonder slag of stoot en bij een treffen tussen hem en Heinze, lapidarius te Oostermeer werd hij vernietigend verslagen. Omdat het ambt van lapidari erfelijk was nam zijn zoon Harmen, bijgenaamd de schijnheilige, zijn vaders taak over, maar inmiddels was er in de omgeving van Hemrik een opstand onder boeren uitgebroken, die kans zagen onder het juk van de lapidari uit te komen. Het heeft Harmen met regelmatige en bloedige veldtochten drie jaar gekost het volk weer onder de knoet te krijgen. In die periode kwam hij nauwelijks toe aan het vak dat in feite toebehoorde aan een lapidarius, het vangen van konijnen. Van wildgroei was dus zeer veel sprake, vooral in Harkema en Zwaagwesteinde is de konijnengroei destijds enorm toegenomen, de uitspraak "it is by de kninen omt ôf" dateert uit die periode.