Twee Amerikanen uit 1935, links een een Chrysler, een merk dat ook Dodge, DeSoto en Plymouth in zijn portefeuille had, rechts een Oldsmobile. Oldsmobile, een merk dat onder de paraplu van General Motors viel. In 1934 bracht Chrysler zijn "Airflow" uit met een achtcylinder in lijn en een voor die dagen gedurfd gestroomlijnde carrosserie. Het was geen succes, terwijl de meeste Amerikaanse autofabrieken hun productie met zestig procent zagen stijgen, steeg de productie bij Chrysler slechts met twintig procent en viel de fabriek uit de top tien van Amerikaanse autoproducenten. De afgebeelde Chrysler is geen "Airflow", maar een "Airstream", een auto van een jaar later met een meer conventionele vorm. De wagen, een convertible coupe, heeft een zescylindermotor met een inhoud van 3528cc. De Oldsmobile er naast heeft een iets grotere zescylindermotor (3769cc), de carrosserie kwam van Fisher, ook onderdeel van General Motors.