21.1.11

Potifar 33

Potifar hield wijselijk zijn mond, want al noemde hij Katskelia soms voor zichzelf Kotskeeltje, dit had zij toch maar prachtig opgelost. Hij zou alleen graag willen weten wat een shooter was, waarmee Neander en zijn hond het Vondelpark ingingen. Hij besloot het maar niet te vragen, want Neander scheen nu in een goed humeur en dat kon beter zo blijven. Misschien had zo'n shooter wel iets met Neanders grote vriend Von Schlummpfer te maken en als hij er naar vroeg zou er best weer een woedeaanval van Neander op kunnen volgen. Maar ook dit vraagstuk werd door Katskelia feilloos opgelost, want ze vroeg langs haar neus weg: " Wat kost zo'n shooter eigenlijk?"
"Zo'n werpding voor de hond?" was Neanders wedervraag.
"Ja, niet dat ik een hond heb, maar mijn buurman vroeg me er laatst naar."
"Ik heb zo'n ding gekocht omdat ik een bal niet meer zo ver kan gooien. Meer dan een tientje ben je aan een shooter niet kwijt."
De bus was zeker al vijf minuten te laat.
Toen hij aankwam, stapte Neander als eerste in: "Zo chauffeurtje, verslapen vanochtend?"