Sommige van de wijsjes die gespeeld werden kwamen rechtstreeks van de Britse eilanden, andere werden ontleend aan het slavenrepertoire, in ieder geval werd er 's zaterdagsavonds op gedanst in een schuur. Vandaar de naam barn dance. Een ander deel van het repertoire richtte de blik naar boven en ook daar vinden we de oorsprong in geestelijke liedjes van deze kant van de Atlantische Oceaan en werkjes die oorspronkelijk behoorden tot de zwarte cultuur. Zo werd een begrafenismars die o.a. gespeeld werd door bands in New Orleans (hier een opname uit 1939 met Jelly Roll Morton en Sidney Bechet), in de jaren twintig op de plaat gezet door Johnny Carson en zijn Virginia Reelers. Toen de platenmaatschappijen eenmaal ontdekt hadden dat er een markt was voor dit soort klanken, gingen ze zelfs over tot het aanstellen van 'scouts' die op zoek gingen naar artisten, die overigens niet alleen te vinden waren bij de barn dances, maar ook in het medicine-showcircuit, waarbij kermiskwakzalvers het publiek met hillbillymuziek om zich heen verzamelden.