Opnieuw de Nash met opnieuw een bekend persoon: Raymond Burr (1917-1993), ik haalde hem op van Schiphol, waar je destijds als journalist nog redelijk vrije toegang had en waar hij geheel toevallig Johnny Weissmuller (zwemkampioen en Tarzan) ontmoette. Altijd bijzonder om te zien hoe de ene beroemde een nog grotere beroemdheid begroet. Burr was na zijn rol in Perry Mason inmiddels een detective in een invalidewagen geworden: Ironside, en ik ging samen met fotograaf Ernst Niewenhuis op een zaterdag naar Kopenhagen om hem daar op zondag te interviewen, zodat het verhaal nog voordat hij in Nederland aankwam in de VARAGIDS kon verschijnen. Op zondagmorgen stonden we al vroeg op Kastrup om Burr af te halen en na een ontmoeting met de Deense pers kreeg ik ruime gelegenheid om met hem te praten. Na het gesprek dook de vraag op of ik voor transport kon zorgen van Schiphol naar een Amsterdams hotel. Ik bood aan dat zelf, met de Nash, te doen. Op maandag vlogen Ernst en ik terug. Ernst zat aan het raam en wees op zeker moment naar een olieraffinaderij beneden ons. Dat moest Pernis zijn, maar zulke grote bochten om op Schiphol te gaan landen, leken mij onmogelijk en dat klopte want wij zaten in een vliegtuig op weg naar Brussel. Paniek, want waar was onze bagage. Bij aankomst niet in Brussel en Ernsts volgeschoten fotorolletjes zaten in zijn koffer. Na vier uur slenteren op luchthaven Brussel konden we eindelijk naar Schiphol, daar stond - gelukkig - onze bagage.