Bus 56 brengt me vanaf station Amersfoort niet precies voor de deur van het Nationaal Miltair Museum, nee, ik wandel voor een groot deel over wat eens vliegbasis Soesterberg was, ik kruis een opgebroken start- en landingsbaan en een volgende die intact is, maar die niet betreden mag worden omdat daar - zo lees ik - de veldleeuwerik is geland. Ik passeer twee monumenten voordat ik voor de deur van het museum sta. Binnen hangen een aantal vliegtuigen aan het plafond, ik verbaas me daar altijd over: een C47 "Dakota" aan kabels boven mijn hoofd, net als een B25 "Mitchell". Er hangen ook kleinere toestellen, één ervan is een "Spitfire MK IXc", zoals ik me die van lang geleden herinner, toen ik me naar schooltijd en in vacanties naar het vliegveld Leeuwarden haastte. Het vliegveld was destijds, vlak na de oorlog, ook in gebruik voor civiel verkeer: de KLM onderhield een lijndienst op Schiphol met "Dragon Rapides", tweedekkers, die ook "Dominies" genoemd werden. Ik verdiende mijn eerste "journalistike" geld, door, wanneer bijvoorbeeld een vliegtuig naast de baan belandde, de krant te bellen om vervolgens een kwartje tipgeld in ontvangst te nemen. Het waren in die tijd nog allemaal schroefvliegtuigen en voor sommige namen moet ik diep in mijn geheugen zoeken: een "Anson", een "Proctor". Andere kosten minder moeite: een "Auster" en niet te vergeten het vliegtuig met het meest indrukwekkende geluid: een "Harvard". Ik heb daar zelfs een cassettebandopname van, die ik uit nostalgische overwegingen een enkle keer wel eens draai.
(foto boven en hier onder "clipped wing Spitfire", daar onder een "Harvard")