De allereerste keer dat ik een bezoek bracht aan de Elzas, dat in de laatste anderhalve eeuw Frans, Duits, Frans, Duits en weer Frans was,viel me een ding op: het bleek verdraaid moeilijk contact met de mensen te maken. In een lokale krant las ik dat er een wandeltocht werd georganiseerd en alhoewel ik absoluut geen wandelaar in groepsverband ben, meldde ik me toch bij de start, maar behalve een prijs voor de meest verwegkomende deelnemer, leverde het geen enkel zinvole contact op. Ik probeerde het in het Frans en in het Duits, want het Elsässisch is een Duits dialect, alhoewel ik meteen toegeef dat er net als in het Nederlands nogal wat plaatselijke verschillen zijn. Pas op een van de laatste dagen werd me door een garagehouder duidelijk gemaakt wat de oorzaak van die terughoudendheid tegenover vreemden was. Ik stond buiten en bekeek een Latil, een vierwielaangedreven en -gestuurd voertuig en raakte met de eigenaar in gesprek. Op zeker moment zei ik dat dat ik met hem de eerste normale conversatie voerde. Hij keek me aan en zei: Dat verbaast u? Waar komt u vandaan?" "Uit Nederland." "Dan zal ik een stukje van mijn leven vertellen, toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was ik Frans soldaat. Maar toen wij hier in de Elzas, zoals ze zeggen "Heim ins Reich" werden gevoerd werd ik gedwongen dienst te nemen in de Wehrmacht en eindigde ik als bezettingssoldaat in Noorwegen. Als ik in Nederland terecht gekomen was, en dat had best gekund, had u me nu anders aangekeken. Dat is ons probleem. De meeste buitenlanders leren wel over bezet Frankrijk en Vichy-Frankrijk onder Pétain, maar over Elzas-Lotharingen is in de meeste schoolboekjes niets te vinden."
Inmiddels heb ik dat hiaat in mijn opvoeding ingevuld en veel over de Elzas en zijn bewoners gelezen en ik weet nu ook dat het verzet tijdens de oorlog er heviger was dan in sommige andere streken van Frankrijk. Ik heb een woordenboek gekocht en ben ook op zoek gegaan naar mensen die in het Elsässisch zingen. De eerste die ik vond was René Egles (foto), al leverde mijn tocht langs platenwinkels in eerste instantie niets op en kocht ik de eerste opnamen van hem in een warenhuis in Mulhouse. Hij is begaan met zijn taal en vreest dat die verdwijnt, daarom maakte hij een CD met kinderliedjes. Een traditioneel liedje in het Elsässisch is "De Hans im Schnookeloch", dat ik de laatste keer dat ik in de Elzas was tot vermaak van andere gasten tamelijk luid zong, terwijl ik het gelijknamige restaurant in Straatsburg betrad. Hoe het liedje klinkt wordt hier duidelijk in een recital dat Egles in Bühl gaf.
De Hans im Schnookeloch
Hat alles was'r will!
Un was'r will,
Dis het'r nit,
Un was'r het,
Dis will'r nit
De Hans im Schnookloch
Het alles was'r will