Dat ik IOC-president Rogge bij een ziekenhuis neerzet, ligt voor de hand, de man is arts van huis uit, maar waarom als slagboombewaarder? Plotseling weet ik het weer, in 1972 was ik naar de Kieler Woche, die dat jaar werden beschouwd als pre-Olympische Spelen. Ik ging de Nederlandse zeilploeg interviewen. Ik reed mijn Wolseley 14/60, zoals altijd met mijn gereedschapskist in de kofferbak, want je wist het maar nooit met een meer dan dertig jaar oude auto. Wedstrijdzeilers bleken sleutelaars, dat was een openbaring voor me, maar al gauw werd duidelijk dat ik over meer en soms handiger gereedschap beschikte, zoals haakse schroevendraaiers. Ik kreeg het vererende verzoek mijn auto met gereedschapskist naar de loods te brengen waar gesleuteld werd en kreeg een pasje om de slagboom te openen om op het terrein te komen. Ik ging de Wolseley halen, maar met het stuur rechts lukte het me niet het pasje voor de slagboom in de gleuf links te steken, dus ging ik de auto uit, stopte het pasje in de gleuf, maar voordat ik weer achter het stuur zat, ging de slagboom weer naar beneden. Toen verscheen achter me een Brit, uiteraard ook in een auto met het stuur rechts. We begonnen beiden te lachen: "Ha, die Duitsers, overal aan gedacht, perfect georganiseerd, maar totaal vergeten dat er auto's waren met het stuur aan de "verkeerde" kant. We hebben vervolgens met elkaars pasjes ons toegang verschaft.
Ergens in mijn hoofd is het verband tussen slagboom en Olympische Spelen blijven hangen.