"Ferkelen",
riep Frits-Frans, "ich ferkele, ich ferkelte, ich habe geferkelt".
"Ik vind ich bin geferkelt mooier", zei Frans-Frits. Op precies dat ogenblik
passeerde Henk-Jan de Kater, in korte leren broek met galgjes en stevige bergstappers:
"Pardon? Ferkel? Ik laat me door jullie niet uitschelden." "Nee
meneer, dat doen we niet, wij zijn op zoek naar niet bestaande Duitse
werkwoorden, ferkelen leek mij leuk, net als dirndlen", zei Frans-Frits en
Frits-Frans vulde aan "Ich dirndle, ich dirndlde, ich habe
gedirndld." "Ik vind ich bin gedirndld mooier", zei Frans-Frits.
Henk-Jan bedacht zich een ogenblik en vulde aan met ich ameise, ich ameiste,
ich habe geameist." "Prachtig", riep Frans-Frits,
"ich habe fick geameist." "Dat is onzin, het moet ich habe
Ameisen gefickt zijn en dat bestaat al."
Philip
Hengst en Ernst Geill rookten allebei hetzelfde merk sigaretten, Camel
blauw, maar dat was dan ook het enige wat ze gemeen haden. Philip reed een
Triumph TR6 en Ernst een MG B en eigenaars van die Britse automerken verdragen
elkaar niet. Ernst mompelde wanneer hij Philip zag, maar wel zo duidelijk
dat deze het hoorde: "Mofrikaanse kutkar", wat sloeg op het feit dat
de Duitse firma Karmann iets van doen had gehad met het carrosserie-ontwerp. Hij had ook een paar keer opgeblazen Solex geroepen, hij noemde elke motorfiets
een Solex en wist dat Triumph oorspronkelijk een motorfietsfabrikant was. Hij
stond onder de motorkap van zijn MG gebogen en veegde net de olie van zijn peilstok toen
Philip langs slenterde. "Wat had die lul in het vooronder? Dat was geen viercylinder
B, maar iets veel groters. Iets enorms. Maar wat?"