Een tweedeurs Ford, zoals hierboven afgebeeld, heette in Fordtaal een Tudor, een vierdeurs (men deed toen nog niet aan de onzin, een laadklep een vijfde deur te noemen) een Fordor. De auto dateert uit 1939 en had uiteraard een V8, die in 1937, wat cylinderinhoud betreft, een kleiner broertje had gekregen, oorspronkelijk bedoeld voor de Europese markt. Schakelen deed je in 1939 niet meer met een pook op de vloer maar met een stuurversnelling en eindelijk, eindelijk waren de mechanische vervangen door hydraulische remmen. De basisvorm van de carrosserie zou met minieme wijzigingen tot 1948 gehandhaafd blijven.