18.6.22

Westwoud 2


Strobesjam? Waarom strobesjam? Als het strobesjam was, dan meende het dat iemand een truc op hem speelde. in een minuut of twee wou de oude dame met die lachwekkende, kleine hoed - hoe was haar naam? - juffrouw Esdoorn, of zo’n ding als dat, verschijnen om het strobesmysterie op te lossen. De hele kist leek een poets.
Hij draaide naar een van de officieren en zei:” Weet u wat vreemd was? De tweewieler, waar de man, met een hoofdversnelling die op Turks gebak leek, zich schaars maakte, was een Raleigh, een Raleigh RSW 16. Wie, de hel, rijdt een Raleigh RSW 16? De worst tweewieler van alle tijden. Ik ken maar enig een man die een RSW 16 eigent. Mijn broeder Eduard.”
Hij ratelde aan: “U weet Raleigh heeft even een vouwende RSW 16 gemaakt, die vouwende groter was als ongevouwd. Ridiculeus, heren, ridiculeus.”
Hij stak een Spelers Marine Snede op. Hij rookte nooit in zijn broeder huis, Eduard liet hem altijd uitzijde staan, onder de pretentie dat de rook niet uit van de gordijnen ging.
“Kalm neer, kalm neer”, zei een officier. “Heb een zitting en laat ons het overpraten.”
Ze eindigden weer in de keuken, waar hij zijn sigaret in het zink uitdoofde.
Timmy en Annie namen een plaats aan zijn voeten. Hij streek ondenkend over beide hun hoofden.
In de distantie klonk muziek.
Hij startte de melodie te herkennen: het was een hoempa-achtige adaptie van de “Roze Panter”.
“Laten we naar uitzijde gaan”, adviseerde een officier.
Met de politie en beide honden liep Westwoud de laan neer, die leidde naar weg.
Hij herkende het messingorkest van het dorp, in front van het liep Eduard als trommelmajoor. in plaats van de gebruikelijke banier, droeg hij een grote proclamatie met de woorden: “Vandaag wou je twaalfeneenhalf jaar getrouwd geweest hebben met Mei, wees glad je hebt niet”.