18.10.07

Fiechemann 18

Fiechemann mocht eerst maal zeggen dat voor hem als Professor Doktor Doktor deraardige spraak niet gewenst was, maar op eenmaal viel hem iets anders in: “Herinnert U zich vrouw Fiechemann, vrouw Isolde Fiechemann?” “
“U meent vrouw Fiechemann, de vrouw van heer Professor Doktor Doktor Doktor Fiechemann. Zeer aangename kunde. maar...”
“Ik ben Professor Doktor Doktor Fiechemann.”
“U bent heer Professor Doktor Doktor Doktor Fiechemann? Hoezo,wathalf.......Ontschuldiging, maar zoiets versta ik niet, U komt mij voor als...”
“Als een oude, mieze bedeler, jawel, dat zei u daareven.”
“Ontschuldiging, veelmaals ontschuldiging, ik had u niet wederherkend, wat is...?
“Geen oorzaak, heer vlezer, zoiets kan nu eenmaal passeren. Ik meen: dat men iemand na jaren niet wederherkent. Ik ben nadat, mijn vrouw verstorven was, in een oudersthuis te lande bekomen, dat ben ik heden ontvlogen.”