19.10.07

Fiechemann 19

“Dat is ja een schande, heer Professor Doktor Doktor Doktor Fiechemann. Wathalf bent U gevlogen?”
“Dat kunt U niet verstaan, maar aksepteert U van mij dat het gans slim is. Er heerst daar een schrikkenheerschap wie in een koncentratielager.”
“En wat hebt U nu voor?”
“Geen bleek vermoeden. De vrouwdirektorin verwoudt mijn geld, ik kan mijn zonen nog niet maal aanroepen.”
“Zelfsverstandelijk kunt U dat, U kunt mijn verspreker benutten! Hier hebt U mijn handje, roept U bloot aan.”