13.4.13

Water

Ze hadden het kind weer eens met het badwater weggegooid. Dat was zonde van het badwater, want volgens de overlevering had Simon van Arimathea (juist ja, een nazaat van Jozef) zijn voeten er nog in gewassen. Simon van Arimathea, mijn hemel, als ik aan hem denk, wat een aardige man. Hij had een winkeltje in buitenlandse kazen in Sneek. Daar was hij niet geboren, oorspronkelijk kwam hij uit Balk. Dat kon je zien aan de kleur van zijn sokophouders. Balker sokophouders zijn turquoise, u weet wel, boterzachtgroen. Behalve wanneer een Balker tien jaar weduwnaar is dan draagt hij een jaar lang donkerbruine sokophouders. Wie de moeite doet eens door Balk te fietsen, zal ze op dinsdag - anders dan elders in Friesland is het daar dan wasdag - aan de waslijnen zien wapperen naast de handgebreide koeienuiers. Vanuit Lemmer heeft men getracht machinaal gebreide koeienuiers te introduceren, maar dat is ondanks een flinke subsidie van het Nationaal Uierfonds, in Balk falikant mislukt.
Simon van Arimathea begon, net als zijn verre voorzaat Jozef, in het begrafeniswezen, voordat hij eerst in Workum, maar later in Sneek buitenlandse kazen ging verkopen. "Qua geur verschilt het ene niet veel met andere vak', grapte Simon als hij weer eens een lading Munster uitstalde.