Zo'n veertien jaar geleden reisde ik naar de Verenigde Staten voor een
radioprogramma over de polka. Ik belandde in het polkamuseum in Euclid
(Ohio) en op een zondagnamiddag temidden van een aantal nazaten van
Slovenen, die met niet te onderschatten ernst het dansen van die
oorspronkelijk Boheemse dans beoefenden. Want dat is het grappige: in
Amerika worden zaken uit het lang verlaten vaderland, op het
lachwekkende af, serieuzer genomen dan in Europa. Voor Nederlanders valt
er op dit gebied veel te genieten in Holland (Michigan), waar mensen,
waarvan hooguit de nagel van de linkerpink nog Nederlands is, in fantasieklederdracht
een paar dagen per jaar door de straten trekken en quasi-vaderlandse
dansjes uitvoeren, zoals hier
een slap aftreksel van de Skotse Trije. Ook Duitse nazaten (foto), en dat zijn
er vele, er zijn er per slot van rekening meer dan Ierse in de
Verenigde Staten, mogen graag een kuitenflikkertje
maken. Voller Ernst, selbstverständlich! O nee, daar bega ik een domme
fout, de taal van het oude vaderland wordt zelden meer gesproken.