Gudrun von Dönsk kwam altijd uit Hodenfels am Schwiemler aangereisd, niet omdat ze daar woonachtig was - ze woonde immers in Münster - maar omdat haar broer daar woonde en dan was ze ook weer voor een jaar van hem af. Ze had sinds twee jaar het Duitse Geilenkirchen op aanraden van Alida Weidema - Tochtig verruild voor het Friese Donkerbroek en sprak sindsdien een aardig mondje Nederlands. Ze zei net tegen Philip Hengst dat ze buitengewoon gesteld was op reinheid, en zuiverheid. "Vanzelfsprekend", beaamde Philip, het kan in mijn beleveniswereld nergens schoon genoeg zijn." "Weet U wat ik zo schlim vind, bedwantsen, daar gruw ik zeer van". "Dat kan ik me levendig voorstellen." "Die beestjes vindt men in elk hotel en het zou mij niet verrassen dat ze ook tot hier in Oostenrijk zijn doorgedrongen en men kan er niets tegen maken. Het is schrikkelijk, vindt u ook niet, heer Hengst? " Nou, heer Hengst vond het ook, al had hij in zijn hele leven nog nooit een bedwants gezien. "Weet u wat ik altijd doe zodra ik weder heim ben?" Philip Hengst luisterde. "Ik was al mijn zaken, zelfs mijn onderwas, die ik niet eenmaal heb aangehad." "En dat helpt?' vroeg de Philip Hengst. "Zelfsverstandelijk", antwoordde Gudrun von Dönsk.
2.8.23
Hitzig & Brünstig 2
Het was hoofdzakelijk
prietpraat in de hotellobby waarmee ze iedere ochtend de tijd vulden, wachtend
op hun partners, de rest van de dag spraken de hotelgasten elkaar niet. Philip
Hengst wachtte op zijn vriendin Elsbeth van de Hunkering en Gudrun von Dönsk en
Hetty de Hond - van de Loops wachtten op Foekje Ruizinga en Alida Weidema -
Tochtig. Laatst genoemd kwartet zou zich vervolgens, de lange latten over de
schouder, naar de oefenpiste begeven waar skileraar Ulrich Stampfer hun nu al
voor het zevende jaar de grondbeginselen van het skiën trachtte bij te
brengen. Philip wilde met Elsbeth een tochtje met de Triumph maken naar
Hodensack am Bumsersee, er werd geen sneeuw verwacht, dus als het een beetje
meezat, zouden ze zelfs open kunnen rijden.
Frans-Frits
en
Frits-Frans waren al buiten en wachtten op de rest van de
Scrotumpjes,voor vandaag stond een bergwandeling op het programma, waar
de tweeling weinig trek in had. Ze
vermaakten zich met het vervoegen van zelf verzonnen Duitse werkwoorden.
"Ferkelen",
riep Frits-Frans, "ich ferkele, ich ferkelte, ich habe geferkelt".
"Ik vind ich bin geferkelt mooier", zei Frans-Frits. "Schweinhund", zei Frits-Frans "Geert Wilders ist geschweinhund." Op dat moment
passeerde Henk-Jan de Kater, in leren korte broek en stevige bergstappers:
"Pardon? Schweinhund?" Ik laat me door jullie niet uitschelden." "Nee,
meneer dat doen we niet, wij zijn op zoek naar niet bestaande Duitse
werkwoorden, schweinhund leek mij leuk, net als dirndlen", zei Frans-Frits en
Frits-Frans vulde aan "Ich dirndle, ich dirndlde, ich habe
gedirndld." "Ik vind ich bin gedirndld mooier", zei Frans-Frits.
Henk-Jan bedacht zich een ogenblik en vulde aan met ich ameise, ich ameiste,
ich habe geameist." "Prachtig", riep Frans-Frits,
"ich habe fick geameist." "Dat is onzin, het moet ich habe
Ameisen gefickt zijn en dat bestaat al." "Maar niet in het
Duits!"