Niks zeggen, dacht hij. Vooral niks zeggen nu, want anders zou hij opvallen en juist daarvoor was hij door zijn moeder gewaarschuwd. Wat dat opvallen precies inhield wist hij niet en daar was het moeilijk: niet opvallen. Altijd beleefd zijn, met twee woorden spreken. Maar misschien viel hij juist daarom op. Juf had intussen Jarich gevraagd wat een kromme neus was. Stond die bijvoorbeeld scheef in iemand hoofd? Jarich begon te stotteren: "Mijn va-vader zegt dat al-alle jo-joden kro-kromme neuzen hebben". "Ja, maar zegt je vader ook wat een kromme neus is, Jarich?" "Nee juf." 'Nou dan moet je dat eerst maar eens aan je vader vragen. En nu graag de volgende vraag. Sipke stak zijn hand op: "Juf, de melkfabriek heet Lijempf, wat betekent dat." "Dat is een afkorting. Een afkorting van Leeuwarder IJs En Melkproducten Fabriek". "Maar juf, die fabriek staat helemaal niet in Leeuwarden, maar bij ons in het dorp." 'Klopt. Maar de fabriek is in Leeuwarden begonnen en daarom heet hij Leeuwarder IJs En Melkproducten Fabriek. Ik zal de hele naam even op het boord schrijven en onder de beginletters een streep zetten zodat jullie kunnen zien waar de letters Lijempf vandaan komen."