In de vroege jaren twintig begon Renault met de constructie van
spoorwegmaterieel, de JF uit 1922 had de kenmerkende "kolenkitneus" met
de radiateur achter de motor. Het was een smalspoorlocomotief die een
maximale snelheid had van net iets meer dan 10 km/u. Kort daarop, nog in
hetzelfde jaar, verscheen ook het eerste passagiersvoertuig de KA,
eveneens voor smalspoor, er waren twintig zitplaatsen, de maximale
snelheid was 40 km/u.