Naar Frankrijk naar de chiquere automobielen,
want die werden daar in 1948 nog gebouwd: een gemotoriseerd chassis kon
bij een echt carrosserie-, dus geen schadeherstelbedrijf, worden
aangeleverd en er werd iets bijzonder fraais opgezet.
Ettore
Bugatti overleed op 21 augustus 1947 en met zijn overlijden, was het
ondanks al het hedendaags VW-gekrakeel, met het merk gedaan. De
zwanenzang was het Type 73. Bugatti gaf zijn auto's nummers: uit 1942
dateert zijn T68, het prototype van een miniauto met een viercylinder
350cc-motor, T73A, een personenwagen met een viercylindermotor met een
inhoud van 1462cc en voorzien van een compressor werd ontwikkeld in 1944
en '45, T73C was een racewagen met een iets grotere motor, twee
bovenliggende nokkenassen en eveneens voorzien van een compressor.
Bugatti
werkte met zijn ontwerpers Noel Domboy en Antoine Pichetto in Parijs
(dus niet in Molsheim, want dat lag gedurende de Tweede Wereldoorlog
in Nazi-Duitsland) in de oude fabriek van het merk La Licorne, er
schijnen zo'n twintig chassis van T73 gebouwd te zijn en er stond in
ieder geval één voor het modeljaar 1948 op de Parijse Autosalon herfst
1947 - dus kort na het overlijden van Ettore - voorzien van bovenstaande
carrosserie van Pourtout.