19.10.23

Bouwen

 


Ik bestelde een paar jaar geleden, toen ik nog  nijver miniaturen bouwde, een bouwdoosje (schaal 1:43,5) in Frankrijk en ging als dat gearriveerd was, op zoek naar informatie over de betreffende auto, vooral naar foto's. Soms zijn ze die er in overvloed, maar meestal niet. Ik weet bijvoorbeeld dat de Franse racekleur blauw is, maar elke fabriek had over dat blauw zo zijn eigen opvatting. Ik moet dus gokken, want kleurenfoto's zijn er, als de auto niet bewaard gebleven is, niet. Ik vergelijk een Lorraine-Dietrich die naast een Chenard & Walcker staat en zie dat de eerste op de zwartwit foto beduidend donkerder is dan de tweede. Ik ontdek dat alle Lorraine-Dietrichs die in 1925 aan Le Mans meededen niet exact hetzelfde waren, er zijn verschillen: de voorruiten zijn ongelijk en de plaats van de claxons is anders. Ik moet dus kiezen: het wordt nummer 4 , met kenteken, want zelfs dat zit in bouwdoosje, 798Y80. Na vijl- en schuurwerk worden de grote onderdelen van de auto in de grondlak gespoten. Uiteindelijk neemt het bouwen ongeveer een week in beslag, terwijl de boeken met gegevens onder handbereik blijven. Een Lorraine-Dietrich met nummer 5 won in 1925 Le Mans, nummer 4 eindigde op de derde plaats, met Edouard Brisson en iemand die zich 'Stalter' noemde aan het stuur. De locomotievenfabriek De Dietrich in Niederbronn (Elzas) kwam na de Duits-Franse oorlog van 1870-'71 in Duitsland te liggen en dus werd op Franse bodem in Lunéville (Lotharingen) een nieuwe fabriek geopend. Na 1918 werd Lorraine voor de naam De Dietrich gezet, omdat men vond dat De Dietrich alleen te Duits klonk.