Terwijl
Willys-Overland in 1948 in de Verenigde Staten bovenstaande "Jeepster"
voor $1765 introduceerde, een wel heel civiele versie van de
oorspronkelijke "Jeep", was men elders op de wereld in dat jaar en de
volgende jaren driftig bezig een soortgelijk vierwielaangedreven
voertuig op de wielen zetten. In 1947 was in het Grootbritse door Rover
een Willys "Jeep" van een ander carrosserie voorzien met stuur en
pedalen in het midden, maar toen de wagen in 1948 werd geïntroduceerd
had de auto stuur en pedalen links, dan wel rechts en kreeg de wagen
uitgerust met de motor uit een Rover "60" de naam "Land-Rover". Ook de
Nuffieldorganisatie (William Morris mocht zich Lord Nuffield noemen) was
doende een jeepachtig voertuig te ontwikkelen - eerst onder de naam
"Gutty" - dat met een viercylinderboxermotor zou worden uitgerust, een
motor die ook was toebedacht aan de "Mosquito" een auto die uiteindelijk
"Minor" ging heten en net als de "Gutty" tenslotte een gewone
vier-in-lijnmotor kreeg. Het "Gutty"-project werd overgenomen door
Wolseley (ook deel van de Nuffieldorganisatie) onder de naam "Mudlark",
uiteindelijk verscheen de auto als Austin "Champ", maar dan zijn we al
in 1951. In Frankrijk bouwde Hotchkiss de "Jeep" in licentie, maar
uiteindelijk ging Delahaye met een opdracht voor het Franse leger aan de
haal, van de V.L.R. (Véhicule Léger de Reconnaisance werden 10000
exemplaren verkocht, waarvan het overgrote deel aan de krijgsmacht. Ook
Peugeot bouwde een jeepachtig voertuig op basis van de "203" en was na
overname van Hotchkiss licentiehouder voor de originele "Jeep".
Willy-Overland werd in 1953 overgenomen door Kaiser, de "Jeep" was
intussen verder ontwikkeld tot de M38A1 en ook de Nederlandse Kaiser
Fabriek (Nekaf) in Rottedam assembleerde het voertuig. In de Sowjet-Unie
verscheen in 1953 de GAZ 69AM en in Japan bouwde Mitsubishi vanaf
datzelfde jaar de Willys "Jeep" in licentie als J3. Een aantal van de
hier genoemde voertuigen staat hieronder afgebeeld.