De meest verschrikkelijke taxi waarin
ik me ooit heb laten vervoeren, reed in de stad Groningen. Van origine
was het een Russische auto en heette hij GAZ M21, maar na assemblage in
België heette hij Scaldia ‘Volga’. Het moet meer dan vijftig jaar geleden zijn,
dat ik in de tien jaar ouder ogende wagen stapte en er meteen spijt van
kreeg, want om de de verkoop in onze contreien te bevorderen was er een
viercylinder Perkinsdieselmotor ingebouwd en die zorgde voor vibratie
van alles wat vibreren kon. Ik heb er slechts tien minuten in gezeten,
maar het voelde alsof ik uren in een groot milkshakeapparaat had
doorgebracht en kreeg medelijden met de chauffeur die in de ‘Volga’ zijn
brood moest verdienen. Er schijnen thans automobieliefhebbers in
Nederland te zijn, die Russische voertuigen uit de jaren zestig
verzamelen en ze nog klassiekers durven noemen ook, maar ik herinner me
alleen de haast waarmee in de jaren negentig Litouwse vrienden hun
benzineslurpende ‘Volga’s’ verkochten, om daarna tweedehands
Westeuropese voitures aan te schaffen.